Ephesians 2:19
19Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen, en huisgenoten Gods; ▼▼ gij dan Namelijk heidenen die in Christus gelooft.
,
▼▼ niet meer vreemdelingen Namelijk gelijk eertijds. Zie vs.11,12.
,
▼▼ medeburgers Namelijk van dit geestelijke Jeruzalem;
Gal 4:26.
,
▼▼ huisgenoten Gods; Want Gods gemeente wordt doorgaans Gods huis en tempel genaamd. Zie
2Co 6:16;
1Ti 3:15;
Heb 3:2, enz. Zo staan zij dan onder één hoofd en zorg, en hebben elk hun dienst en deel in dit huis.