Esther 4:1-2
1Als Mordechai wist al wat er geschied was, zo verscheurde Mordechai zijn klederen, en hij trok een zak aan met as; en hij ging uit door het midden der stad, en hij riep met een groot en bitter geroep. ▼▼ wist Uit de aangeslagen plakkaten des konings; zie vs.8.
,
▼▼ al wat er geschied was, Te weten, belangende het ombrengen der Joden.
,
▼
,
▼▼ der stad, Te weten, Susan.
2En hij kwam tot voor de poort des konings; want niemand mocht in des konings poort inkomen, bekleed met een zak. ▼▼ tot voor de poort Dat is, in de straat, die voor de poort van des konings paleis was; gelijk onder, vs.6.
,
▼▼ bekleed met een zak Hebreeuws, in een kleed des zaks.
Copyright information for
DutSVVA