Ezekiel 13:17

17En gij, mensenkind, zet uw aangezicht tegen de dochteren uws volks, dewelke profeteren uit haar hart, en profeteer tegen haar;
 zet uw aangezicht Zie boven Eze 6:2 .
,
 tegen de dochteren uws volks, Dat is, tegen de vrouwen van uw landvolk, die zich voor profetessen en waarzegsters uitgevende, de mensen door enkel ijdelheden en leugens wijsmaakten dat God over hen niet vergramd was, gelijk de ware profeten leerden. Daartoe vleiden en stijfden zij de mensen in hunne zonden, hun Gods genade en zegen, hoewel zij in dezelfde zonden voortgingen, toezeggende. Om nu een ieder daarvan te verzekeren, maakten zij, zo enigen menen, armkussens en hoofdhuiven, welke zij den persoon, dien zij bedrogen, toestelden voor zeker gewin, dat deze profetessen daarvan trokken.
,
 profeteer tegen haar; Zie boven vs.2.
Copyright information for DutSVVA