Ezekiel 3:1-3

1Daarna zeide Hij tot mij: Mensenkind, eet, wat gij vinden zult; eet deze rol, en ga, spreek tot het huis Israëls.
 eet, Zie boven Eze 2:8 .
,
 wat gij vinden zult; Dat is, wat hier voorhanden is, te weten dezen ingerolden brief, gelijk de volgende woorden uitdrukken. Zie dezelfde manier van spreken Gen 19:15 , 2Ki 19:4 ; Jer 15:16 .
,
 rol, Zie boven Eze 2:9 .
,
  huis Israëls Zie boven Eze 2:3 .
2Toen opende ik mijn mond, en Hij gaf mij die rol te eten. 3En Hij zeide tot mij: Mensenkind, geef uw buik te eten, en vul uw ingewand met deze rol, die Ik u geef. Toen at ik, en het was in mijn mond als honig, vanwege de zoetigheid.
 en het was in mijn mond als honig, Hiermede geeft hij te verstaan dat de openbaringen Gods hem aangenaam zijn geweest; want hoewel de inhoud daarvan hem bedroefde, nochtans stemde hij het doel derzelve gans toe, hetwelk was de rechtvaardigheid Gods in het straffen der zonden bekend te maken; vergelijk Jer 15:16 ; Rev 10:9 .
Copyright information for DutSVVA