Ezekiel 34:21
21Omdat gij al de zwakken met de zijde en met den schouder verdringt, en met uw hoornen stoot, totdat gij dezelve naar buiten toe verstrooid hebt; ▼▼ verdringt, Hebreeuws, stoot; dat is, kwetst met drukken en dringen, dat zij bij u niet kunnen duren.