Ezekiel 37:25-26

25En zij zullen wonen in het land, dat Ik Mijn knecht Jakob gegeven heb, waarin uw vaders gewoond hebben; ja, daarin zullen zij wonen, zij en hun kinderen, en hun kindskinderen tot in eeuwigheid, en Mijn Knecht David zal hunlieder Vorst zijn tot in eeuwigheid. 26En Ik zal een verbond des vredes met hen maken, het zal een eeuwig verbond met hen zijn; en Ik zal ze inzetten en zal ze vermenigvuldigen, en Ik zal Mijn heiligdom in het midden van hen zetten tot in eeuwigheid.
 verbond des vredes Zie boven Eze 34:25 .
,
 inzetten Inbrengen, plaatsen, endoen blijven en beklijven in mijne kerk. Hebreeuws, geven.
,
 heiligdom Deze manier van spreken is genomen van den staat van het Oude Testament, [gelijk elders dikwijls] betekenende de genaderijke inwoning Gods onder en in zijne kerk, met zijn woord, Geest, gunst en zegen; zie Lev 26:12 ; 1Co 3:16 ; 2Co 6:16 ; Eph 2:21-22 ; Rev 21:3 .
Copyright information for DutSVVA