Galatians 4:4-5

4Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet;
 de volheid des tijds Dat is, de volwassene ouderdom der gemeente, om uit deze voogdij gesteld te worden. Of, als de tijd vervuld was, dien God bestemd had om Zijnen Zoon in de wereld te zenden.
,
 Zijn Zoon Namelijk Jezus Christus, die Gods Zoon van eeuwigheid is geweest, eer Hij mens is geworden; Psa 2:7; Pro 8:24; Mic 5:1; Act 13:33.
,
 geworden Anders, geboren.
,
 uit een vrouw, Dat is, uit het vlees en bloed der maagd Maria; Luk 1:31, en Luk 2:7.
,
 onder de wet; Dat is, Christus heeft Zichzelven, niet alleen aan de wet der ceremoniën onderworpen, maar ook aan de wet der zeden, die Hij volmaakt voor ons heeft onderhouden, en den vloek derzelve op zich genomen, en ons daarvan verlost; 2Co 5:21.
5Opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden.
 degenen, die Dat is, die onder het juk waren van de wet der ceremoniën, en ook onder den vloek en de scherpe gehoorzaamheid van de wet der zeden, waar hij in dit vierde hfdst. ook van spreekt. Zie vs.21.
,
 verlossen zou, Grieks uitkopen; namelijk betalende voor hen een volkomen rantsoengeld voor hunne zonden. Zie Gal 3:13.
,
 de aanneming Grieks stelling tot zonen. Daarom moest de Zoon Gods gezonden worden om ons te verlossen, opdat Hij het recht van zoonschap, hetwelk Hij van nature had, allen gelovigen, niet alleen zonen, maar ook dochters, 2Co 6:18, zou verkrijgen en uit genade mededelen.
Copyright information for DutSVVA