Hebrews 10:1-4

1Want de wet, hebbende een schaduw der toekomende goederen, niet het beeld zelf der zaken, kan met dezelfde offeranden, die zij alle jaren geduriglijk opofferen, nimmermeer heiligen degenen, die daar toegaan.
 de wet, hebbende Namelijk der ceremoniën onder het Oude Testament.
,
 een schaduw Dat is, een ruw ontwerp, gelijk de schilders plegen een beeld, dat zij daarna willen volmaken, eerst met enige lijnen en schaduwen in het ruw af te tekenen of ontwerpen.
,
 der toekomende goederen, Dat is, der geestelijke en hemelse zaken, die ons in het Nieuwe Testament zouden verworven en medegedeeld worden, dat is, van Christus zelf en Zijn weldaden.
,
 het beeld zelf der zaken, Sommigen verstaan hierdoor de volmaakte wijze van den uitwendigen godsdienst, die God door Christus in het Nieuwe Testament zou instellen, die van de instellingen van het Oude Testament verschilden gelijk een schaduw of eerste ontwerp van het volmaakte beeld eniger zaak; gelijk die daarom ook de eerste beginselen of elementen van A B C der wereld worden genaamd; Gal 4:3, Gal 4:9. Doch terwijl de apostel nergens in dit en in het voorgaande hoofdstuk enige tegenstelling maakt tussen den uitwendigen godsdienst van het Oude en het Nieuwe Testament, maar alleen tussen de schaduwen van het Oude Testament en Christus zelf met Zijn offerande en weldaden, die Hij ons verworven heeft, zo wordt door anderen door deze woorden het beeld zelf bekwamer de betekenende zaak zelf, of het evenbeeld verstaan, waarnaar deze schaduwen zijn voorgesteld, gelijk wij worden gezegd geschapen te zijn naar Gods beeld of evenbeeld; welken zin het bijgevoegde woord het beeld zelf der zaken, ook vereist; dat is, de zaken zelf in haar volle beeltenis of gedaan, gelijk zij moesten en zouen zijn.
,
 dezelfde offeranden, Dat is, van enerlei soort, of van eenzelfden aard en natuur.
,
 geduriglijk opofferen, Grieks in gedurigheid, of eeuwigheid; dat is, zonder nalaten, zolang dit priesterdom en deze wet moest duren.
,
 heiligen degenen, Of, volmaken; namelijk naar de conscientie, door het wegnemen der zonde en de schuld der zonde, gelijk hiervoor verklaard wordt, Heb 9:9.
,
 daar toegaan Of, tot God gaan; namelijk met hun offeranden.
2Anderszins zouden zij opgehouden hebben, geofferd te worden, omdat degenen, die den dienst pleegden, geen geweten meer zouden hebben der zonden, eenmaal gereinigd geweest zijnde;
 Anderszins zouden zij Anderen lezen: Zouden zij anderszins niet opgehouden hebben? vragenderwijze, doch de zin komt overeen.
,
 geen geweten meer Dat is, niet meer van zonden bewust zijn; of geen wroeging der conscientie over de zonden zouden hebben; en zouden zich aan geen schuld der zonden meer schuldig kennen, dewijl zij eenmaal daarvan zouden gereinigd of verlost zijn.
3Maar nu geschiedt in dezelve alle jaren weder gedachtenis der zonden.
 weder gedachtenis der zonden Namelijk niet alleen van de zonden, die dat jaar geschied waren, maar van al de zonden, die tevoren begaan waren. Zie Lev 16:21.
4Want het is onmogelijk, dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneme.
 de zonden wegneme Namelijk door Zijn eigen waardigheid en kracht, daar dat maar een lichamelijke en vergankelijke zaak is, daar de zonde een geestelijk kwaad is, en in de ziel, die onsterflijk is, vooral hare plaats heeft.
Copyright information for DutSVVA