Hosea 9:12-13

12Ofschoon zij hun kinderen mochten groot maken, Ik zal er hen toch van beroven, dat zij onder de mensen niet zullen zijn; want ook, wee hun, als Ik van hen zal geweken zijn!
 dat zij onder de mensen Of, dat zij geen mensen zullen zijn, of dat hun geen mens overblijve. Vergelijk Pro 30:14 .
13Efraïm is, gelijk als Ik Tyrus aanzag, die geplant is in een liefelijke woonplaats; maar Efraïm zal zijn kinderen moeten uitbrengen tot den doodslager.
 Tyrus aanzag, Hebreeuws, Tsor; zie van deze stad Jos 19:29 , en 1Ki 5:1 ; Jer 23 , Eze 27 .
,
 geplant is in een liefelijke woonplaats; Dit schijnt te zien op de vastigheid, lieflijkheid en voorspoed in deze beide vergeleken plaatsen.
,
 moeten uitbrengen Hebreeuws, alsof men zeide: [Is, of is gesteld, geschikt gereed] om uit te brengen, [vergelijk Isa 38:20 met de aantekening]; dat is, zal ze uit zijn schone woonplaatsen zelf moeten uitbrengen, enz.
,
 doodslager De Assyriërs, hunne vijanden; vergelijk Deu 28:41 , en Job 27:14 .
Copyright information for DutSVVA