Isaiah 4
1En te dien dage zullen zeven vrouwen een man aangrijpen, zeggende: Ons brood zullen wij eten, en met onze klederen zullen wij bekleed zijn, laat ons alleenlijk naar uw naam genoemd worden, neem onze smaadheid weg. ▼ , ▼ , ▼▼ aangrijpen, Dat is, ten huwelijk verzoeken.
,
▼▼ Ons brood De zin is, in plaats dat de mannen voor hunne vrouwen plegen den kost te winnen, zo willen wij voor onszelven kost en klederen verdienen, gij zult voor ons niet behoeven te zorgen.
,
▼
,
▼
,
▼ 2Te dien dage zal des Heeren SPRUIT zijn tot sieraad en heerlijkheid, en de vrucht der aarde tot voortreffelijkheid en tot versiering dengenen, die het ontkomen zullen in Israël. ▼
,
▼
,
▼▼ zijn tot sieraad Dat is, zij zal sieraad of heerlijkheid aanbrengen.
,
▼
,
▼▼ tot voortreffelijkheid Of, tot uitnemendheid, of tot hoogheid. De profeet voorzegt hier dat Christus niet alleen in en voor zichzelven, maar ook voor zijne gemeente, voortreffelijk en sierlijk zou zijn, welke Hij zijn hemelse schoonheid zal deelachtig maken, nadat Israël in verdrukking en verachtzaamheid zou zijn vervallen; zie het Hooglied van Salomo op verscheidene plaatsen, van de heerlijkheid en sieraad der Bruid sprekende.
,
▼▼ dengenen, Hebreeuws, de ontkoming Israëls; dat is, dengenen, die de voorverhaalde straffen ontkomen zouden.
3En het zal geschieden, dat de overgeblevene in Sion, en de overgelatene in Jeruzalem zal heilig geheten worden, een iegelijk, die geschreven is ten leven te Jeruzalem; ▼
,
▼
,
▼ 4Als de Heere zal afgewassen hebben den drek der dochteren van Sion, en de bloedschulden van Jeruzalem zal verdreven hebben uit derzelver midden, door den Geest des oordeels, en door den Geest der uitbranding. ▼
,
▼▼ der dochteren Dat is, der inwoners van Jeruzalem.
,
▼
,
▼▼ Jeruzalem Dat is, de inwoners van Jeruzalem.
,
▼▼ zal verdreven Of gezuiverd, of afgewassen, of afgedroogd zal hebben.
,
▼▼ derzelve Te weten de stad Jeruzalem.
,
▼▼ door den Geest des Door den Geest, die vurig is om de goddelozen te straffen en de uitverkorenen ter zaligheid te zuiveren.
,
▼▼ door den Geest der Of, door den afbrandenden geest. Hebreeuws, door den geest des brands, of der hitte, of der wegneming.
5En de Heere zal over alle woning van den berg Sions, en over haar vergaderingen, scheppen een wolk des daags, en een rook, en den glans eens vlammenden vuurs des nachts; want over alles wat heerlijk is, zal een beschutting wezen. ▼▼ over alle Dat is, over al de gemeenten der gelovigen. De profeet gebruikt in vs.5 en het volgende veel verbloemde, of oneigene manieren van spreken.
,
▼
,
▼
,
▼
,
▼▼ wat heerlijk is, Te weten voor God, dat is, over alle godzaligen, die heerlijk gemaakt zijn door de gemeenschap, die zij met God hebben.
6En daar zal een hut zijn tot een schaduw des daags tegen de hitte, en tot een toevlucht, en tot een verberging tegen den vloed en tegen den regen. ▼▼ daar zal De profeet wil met deze woorden te kennen geven dat de Heere zijne kinderen als ene hut en beschaduwing zal wezen.
,
▼▼ tot een schaduw Dat is, om ene beschaduwing te maken.
,
▼▼ vloed Of, inbrekenden stroom; dat is, ellenden, straffen en plagen.
Copyright information for
DutSVVA