Isaiah 60
1Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid des Heeren gaat over u op. ▼ , ▼▼ word verlicht, Te weten met volkomener kennis en wetenschap dan gij tot nog toe gehad hebt; gelijk de klaarheid van den dag verlicht of vermeerderd wordt als de zon opgaat.
,
▼
,
▼
,
▼▼ gaat over u op Te weten gelijk een klaarschijnende zon, die haar licht wijd en breed uitspreidt.
2Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal de Heere opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. ▼
,
▼▼ de aarde . . . de volken Te weten alle inwoners der aarde, en die volken, of al die natiën, die in de duisternis hunner onwetendheid blijven steken, verwerpende de genade der predikatie van het heilig Evangelie.
,
▼▼ de HEERE Dat is, de kennis van den Heere Jezus Christus.
,
▼
,
▼▼ over u Of, op u verschijnen.
3En de heidenen zullen tot uw licht gaan, en koningen tot den glans, die u is opgegaan. ▼
,
▼▼ die u is Hebreeuws, van uwen opgang.
4Hef uw ogen rondom op, en zie, die allen zijn vergaderd, zij komen tot u; uw zonen zullen van verre komen, en uw dochters zullen aan uw zijde gevoedsterd worden. ▼▼ Hef uw ogen Dit spreekt de profeet, als zich verwonderende over het groot getal der mensen, die uit alle kanten der wereld tot Christus zouden komen; Isa 49:18 , Isa 49:22-23 .
,
▼▼ die allen Te weten heidenen en koningen.
,
▼▼ tot u; Of, uwenthalve.
,
▼▼ uw zonen Dat is, de gelovigen onder de heidenen, die tot de kerk Gods behoren.
,
▼ 5Dan zult gij het zien en samenvloeien, en uw hart zal vervaard zijn en verwijd worden; want de menigte der zee zal tot u gekeerd worden, het heir der heidenen zal tot u komen. ▼▼ zien en Te weten met verwondering.
,
▼
,
▼
,
▼▼ verwijd Te weten zijnde vol vreugde en blijdschap.
,
▼▼ de menigte Dat is, de menigte dergenen, die aan de zee wonen. Anders: de rijkdom der zee. Men kan het Hebreeuwse woord hier in beide betekenissen nemen.
,
▼▼ tot u gekeerd Of, tegen u, of te uwaarts veranderd worden, alzo namelijk dat degenen, die uwe vijanden waren, uwe vrienden zullen worden.
,
▼
,
▼▼ tot u komen Te weten om vriendschap met u te maken, uwe religie aannemende.
6Een hoop kemelen zal u bedekken, de snelle kemelen van Midian en Hefa; zij allen uit Scheba zullen komen; goud en wierook zullen zij aanbrengen, en zij zullen den overvloedigen lof des Heeren boodschappen. ▼▼ u bedekken, Dat is, uw land. In dit en enige der naastvolgende verzen wordt met verbloemde woorden voorzegd dat alle natiën zich zullen begeven onder de gehoorzaamheid van het heilig Evangelie.
,
▼
,
▼
,
▼
,
▼
,
▼▼ uit Scheba Dat is, uit het land der Schabeën, nakomelingen van Scheba, den zoon van Raema, den zoon van Chus, den zoon van Cham; Gen 10:6-7 .
,
▼
,
▼▼ goud Dat is zij zullen hunne rijkdommen gebruiken tot den godsdienst, tot onderhouding der kerk en leraars, alsook der arme ledematen der gemeente.
,
▼▼ den overvloedigen Dat is, de weldaden Gods, die lof en prijs waardig zijn.
,
▼▼ boodschappen Dat is, prediken, als een blijde boodschap verkondigen.
7Al de schapen van Kedar zullen tot u verzameld worden; de rammen van Nebajoth zullen u dienen; zij zullen met welgevallen komen op Mijn altaar, en Ik zal het huis Mijner heerlijkheid heerlijk maken. ▼
,
▼▼ Nebájoth Dat is, der Nebathieten, in het steenachtige Arabië; zij waren nakomelingen van Nebajoth, den zoon van Ismaël, Gen 25:13 . Hier wordt geprofeteerd dat Abrahams zaad naar het vlees ook zijne kinderen naar het geloof worden en God dienen zouden met den geestelijken godsdienst van het Nieuwe Testament. Vergelijk Mal 1:11 .
,
▼▼ met welgevallen Of, met gunst, met geneigden wil; alzo dat mij hun godsdienst aangenaam is.
,
▼
,
▼ 8Wie zijn deze, die daar komen gevlogen als een wolk, en als duiven tot haar vensters? ▼
,
▼▼ daar komen Dat is, die daar met hopen aankomen en zich uit de heidenen tot de Christelijke gemeente begeven?
,
▼▼ gevlogen De profeet gebruikt het woord vliegen, om aan te wijzen dat degenen, die zich tot den Heere Christus bekeren zouden, zozeer gewillig en begerig zouden zijn om tot Hem te komen, dat zij meer zouden schijnen snellijk te vliegen dan tot Hem te gaan.
,
▼
,
▼▼ tot haar vensters? Of, tot hare gaten, of holen, waar zij in wonen en hare nesten hebben.
9Want de eilanden zullen Mij verwachten, en de schepen van Tarsis vooreerst, om uw kinderen van verre te brengen, hun zilver en hun goud met hen, tot den Naam des Heeren uws Gods, en tot den Heilige Israëls, dewijl Hij u heerlijk gemaakt heeft. ▼▼ Want Of, voorwaar.
,
▼
,
▼
,
▼▼ uw kinderen Dat is, degenen die van u, als van eene moeder, zullen geboren worden door het zaad van het goddelijke Woord, gelijk boven vs.4.
,
▼
,
▼▼ heerlijk gemaakt heeft Of, zal heerlijk gemaakt hebben, of, dewijl Hij u versierd heeft, of versieren zal; te weten door de predikatie van het heilig Evangelie, die in u zal gehoord worden, in en door welke de rechte hemelse wijsheid wordt voorgedragen, u strekkende tot een heerlijk sieraad.
10En de vreemden zullen uw muren bouwen, en hun koningen zullen u dienen; want in Mijn verbolgenheid heb Ik u geslagen, maar in Mijn welbehagen heb Ik Mij over u ontfermd. ▼▼ de vreemden Dit is ten dele vervuld geworden als Cyrus en Darius den Joden hulp gedaan hebben tot wederopbouwing van de stad Jeruzalem en des tempels, maar inzonderheid is het in het Nieuwe Testament vervuld geworden, want velen onder de heidenen, tot Christus bekeerd zijnde, hebben mede de hand geboden tot opbouwing van het geestelijke Jeruzalem.
,
▼ 11En uw poorten zullen steeds openstaan, zij zullen des daags of des nachts niet toegesloten worden; opdat men tot u inbrenge het heir der heidenen, en hun koningen tot u geleid worden. ▼ 12Want het volk en het koninkrijk, welke u niet zullen dienen, die zullen vergaan; en die volken zullen gans verwoest worden. ▼▼ welke u Dat is, welke zich aan het rijk van Christus niet willen onderwerpen.
,
▼
,
▼ 13De heerlijkheid van Libanon zal tot u komen, de denneboom, de beuke boom en de busboom te gelijk, om te versieren de plaats Mijns heiligdoms, en Ik zal de plaats Mijner voeten heerlijk maken. ▼▼ De heerlijkheid Dat is, de heerlijke hoge bomen, de schoonste, die op den berg Libanon wassen; Psa 29:5 . Gelijk deze zijn gebruikt tot den bouw van den tempel te Jeruzalem; 1Ki 5:6 , 1Ki 5:9 , 1Ki 5:14 , alzo zullen voortreffelijke mannen, die met zonderlinge gaven van den Heiligen Geest begaafd zijn, gebruikt worden tot opbouwing der gemeente van Jezus Christus; ja ook koningen, vorsten en groten dezer wereld, Isa 61:3 , worden de godzaligen genaamd bomen.
,
▼▼ de beukeboom Of, pijnappelboom.
,
▼
,
▼ 14Ook zullen, zich buigende, tot u komen de kinderen dergenen, die u onderdrukt hebben, en allen, die u gelasterd hebben zullen zich nederbuigen aan de planten uwer voeten; en zij zullen u noemen de stad des Heeren, het Sion van den Heilige Israëls. ▼
,
▼▼ gelasterd Of, versmaad hebben.
,
▼▼ zullen zich nederbuigen Dat is, zij zullen u eren, vanwege en in den naam van uw Hoofd Jezus Christus.
,
▼
,
▼ 15In plaats dat gij verlaten en gehaat zijt geweest, zodat niemand door u henen ging, zo zal Ik u stellen tot een eeuwige heerlijkheid, tot een vreugde van geslacht tot geslacht. ▼▼ verlaten Te weten van God als van uw echten man. Versta hier, zoveel het uiterlijke belangt; want God haat en verlaat de gemeente der uitverkorenen nimmermeer.
,
▼▼ zodat niemand Hij vergelijkt het volk Gods bij ene stad, liggende woest en onbewoond.
,
▼▼ heerlijkheid, Of, hoogheid, voortreffelijkheid.
,
▼ 16En gij zult de melk der heidenen zuigen, en gij zult de borsten der koningen zuigen; en gij zult weten, dat Ik de Heere ben, uw Heiland, en uw Verlosser, de Machtige Jakobs. ▼
,
▼
,
▼ 17Voor koper zal Ik goud brengen, en voor ijzer zal Ik zilver brengen, en voor hout koper, en voor stenen ijzer; en zal uw opzieners vreedzaam maken, en uw drijvers rechtvaardigen. ▼▼ koper Eene profetie van de gelukkige verwisseling van den stand der kerk, door Christus vernieuwd zijnde, dat zij inplaats van vleselijke ceremoniën en een wereldlijk heiligdom, geestelijke en hemelse ordinantiën zullen genieten. Zie Heb 9:1 , Heb 9:9-12 , Heb 9:23 , enz., en Heb 12:18 , Heb 12:22 , Heb 12:28 .
,
▼▼ uw opzieners Of, voorstanders. Hebreeuws, opzicht.
,
▼
,
▼
,
▼▼ rechtvaardigen Hebreeuws, rechtvaardigheid.
18Er zal geen geweld meer gehoord worden in uw land, verstoring noch verbreking in uw landpale; maar uw muren zult gij Heil heten, en uw poorten Lof. ▼
,
▼
,
▼ 19De zon zal u niet meer wezen tot een licht des daags, en tot een glans zal u de maan niet lichten; maar de Heere zal u wezen tot een eeuwig Licht, en uw God tot uw Sierlijkheid. ▼
,
▼
,
▼ 20Uw zon zal niet meer ondergaan, en uw maan zal haar licht niet intrekken; want de Heere zal u tot een eeuwig licht wezen, en de dagen uwer treuring zullen een einde nemen. ▼
,
▼
,
▼▼ tot een eeuwig Hebreeuws, tot een licht der eeuwigheid.
,
▼▼ uwer treuring Of, van uwen rouw, of van uw leed.
,
▼▼ zullen een einde nemen Of, zullen voleind zijn. Hebreeuws, zullen volkomen zijn; vergelijk Rev 21:4 . Zie ook Isa 61:2-3 .
21En uw volk zullen allen te zamen rechtvaardigen zijn, zij zullen in eeuwigheid de aarde erfelijk bezitten; zij zullen zijn een spruit Mijner plantingen, een werk Mijner handen, opdat Ik verheerlijkt worde. ▼▼ uw volk Te weten alle oprechte ledematen der Christelijke kerk.
,
▼
,
▼
,
▼▼ spruit Dat is, uw volk zal zijn ene plant of spruit van God, als den akkerman, geplant in Christus den waren wijnstok; Joh 15:1-2 .
,
▼
,
▼▼ opdat Ik Of, om mijzelven te verheerlijken. Sommigen, opdat ik Hem verheerlijke.
22De kleinste zal tot duizend worden, en de minste tot een machtig volk; Ik, de Heere, zal zulks te zijner tijd snellijk doen komen. ▼▼ De kleinste Te weten hoop.
,
▼▼ zal tot duizend Dat is, zal grotelijks wassen; gelijk Gen 24:60 . De zin is: De kerk van Christus zal in het Nieuwe Testament tot verwonderens toe zeer voortreffelijk opwassen en vermeerderen. Anderen verstaan deze woorden aldus: Zelfs degenen, die kleine gaven hebben, zullen er door hunne onderwijzing vele anderen tot de kerk of gemeente aanleiden.
,
▼
,
▼▼ snellijk Hebreeuws, doen haasten.
Copyright information for
DutSVVA