Jeremiah 28:13-14
13Ga henen en spreek tot Hananja, zeggende: Zo zegt de Heere: Houten jukken hebt gij verbroken, nu zult gij in plaats van die, ijzeren jukken maken. ▼▼ jukken Dit kan men verstaan, dat Hananja het ene houten juk van Jeremia brekende, daardoor te verstaan wilde geven dat al de andere, waarvan Jer 27:2-3 , enz., van gelijken zouden gebroken worden. Of, men kan het hier overzetten, houten disselen [zie boven Jer 27:2 ] , omdat in het volgende een ander Hebreeuws woord, dat ook een juk betekent, gebruikt wordt. Vergelijk wijders Deu 28:48 .
,
▼▼ gij verbroken O Hananja.
,
▼▼ gij in plaats van die ijzeren jukken maken O Jeremia; dit zijn de woorden, die God tot Jeremia gesproken had om Hananja dezelve in zijnen naam aan te zeggen.
14Want zo zegt de Heere der heirscharen, de God Israëls: Ik heb een ijzeren juk gedaan aan den hals van al deze volken, om Nebukadnezar, den koning van Babel, te dienen, en zij zullen hem dienen; ja, Ik heb hem ook het gedierte des velds gegeven. ▼
Copyright information for
DutSVVA