Jeremiah 4:11-12

11Te dier tijd zal tot dit volk en tot Jeruzalem gezegd worden: Een dorre wind van de hoge plaatsen in de woestijn, van den weg der dochter Mijns volks; niet om te wannen, noch om te zuiveren.
 dorre wind Of, schrale; anders: gladde; dat is, die glad en ongehinderd zal doorgaan om alles neder te vellen; versta de Babyloniërs, die van het noorden zouden komen, over het gebergte Libanon. Zie onder Jer 5:15 .
,
 van den weg Dat is, naar het Joodse land en Jeruzalem.
,
 zuiveren Maar om te verwoesten, wil de Heere zeggen.
12Er zal Mij een wind komen, die hun te sterk zal zijn. Nu zal Ik ook oordelen tegen hen uitspreken.
 te sterk Hebreeuws, vol; dat is te sterk, zodat zij hem niet zullen kunnen verdragen en tegenstaan. Hebreeuws, voller dan zij. Anders: een volle wind van die [plaatsen], te weten die in het voorgaande zijn beschreven.
,
 oordelen Dat is, mijne vonnissen over hen, dat is, Ik zal recht over hen houden. Zie boven Jer 1:16 . Een ander gebruik dezer manier van spreken hebt gij onder Jer 12:1 .
Copyright information for DutSVVA