Jeremiah 4:11-12
11Te dier tijd zal tot dit volk en tot Jeruzalem gezegd worden: Een dorre wind van de hoge plaatsen in de woestijn, van den weg der dochter Mijns volks; niet om te wannen, noch om te zuiveren. ▼ , ▼▼ van den weg Dat is, naar het Joodse land en Jeruzalem.
,
▼▼ zuiveren Maar om te verwoesten, wil de Heere zeggen.
12Er zal Mij een wind komen, die hun te sterk zal zijn. Nu zal Ik ook oordelen tegen hen uitspreken. ▼▼ te sterk Hebreeuws, vol; dat is te sterk, zodat zij hem niet zullen kunnen verdragen en tegenstaan. Hebreeuws, voller dan zij. Anders: een volle wind van die [plaatsen], te weten die in het voorgaande zijn beschreven.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA