Jeremiah 48:30

30Ik ken zijn verbolgenheid, spreekt de Heere, maar niet alzo; zijn grendelen doen het zo niet.
 verbolgenheid, Of, oplopende, overlopenden toorn.
,
 maar niet alzo; Vergelijk Isa 16:6 . Zulke manier van spreken gebruikt men ook in onze taal van iemand, die met al zijn voornemen vermetelijk meent door te dringen, zo niet, hij zal er zo niet mede door, het laat zich zo niet doen, leugens willen het hem niet doen, enz. Anders, [omdat de Hebreeuwse woorden ken en baddim ook andere betekenis toelaten] aldus: Maar daar is gene vastigheid, zijne grendels [waarop hij zich verliet] maken gene vastigheid; beide in een goeden zin, te weten dat Moab met al zijn pracht en ijdelen troost bedrogen zal uitkomen.
,
 grendelen doen het zo niet Dat is, zijn ijdele vergeefse raadslagen, al zijn ingebeeld toevoorzicht. Vergelijk Psa 7:15 .
Copyright information for DutSVVA