‏ Jeremiah 51:5

5Want Israël of Juda zal niet in weduwschap gelaten worden van zijn God, van den Heere der heirscharen (hoewel hunlieder land vol van schuld is), van den Heilige Israëls.
 weduwschap gelaten worden van zijn God, Anders, geen weduwnaar, of gene weduwe gelaten worden. Het Hebreeuwse woord alman wordt alleen hier gevonden, betekenende iemand, die in den weduwlijken staat gesteld, of gelaten is, gelijk almana ene weduwe betekent. De manier van spreken ziet op het geestelijk huwelijk, dat God met zijn volk gemaakt had; alsof Hij zeide: Al is het dat mijn volk een tijdlang alzo gehandeld is alsof het niemand toebehoorde, of haar man en beschermer dood ware, en zij van hem en van ieder verstoten en verlaten ware, zo zal nochtans zulks niet altoos duren; Ik zal nog tonen dat zij mijne getrouwde is, en hare zaak ter hand nemen, en het ongelijk, dat haar gedaan is, wreken; vergelijk Joh 14:18 .
,
 heirscharen Zie 1Ki 18:15 .
,
 hunlieder land Te weten van Israël en Juda. Anders: dewijl hunlieder land; [te weten der Chaldeën], enz.
,
 van schuld is Of, verwoesting, die zij met hunne zonde verschuldigd hebben. Anderen duiden dit op de Chaldeën aldus: Want hun [der Chaldeën] land is vol schuld tegen, of vanwege den Heilige Israëls; dat is, om de zonden, die de Chaldeën tegen God gedaan hebben, waarom Hij hen straffen zal; vergelijk boven Jer 50:19 .
,
  Heilige Israëls Zie Psa 71:22 .
Copyright information for DutSVVA