‏ Jeremiah 6:22-24

22Zo zegt de Heere: Ziet, er komt een volk uit het land van het noorden, en een grote natie zal opgewekt worden uit de zijden der aarde.
 noorden, Gelijk boven Isa 6:1 .
,
 opgewekt Van God, om op te trekken naar de grenzen van Juda, en vandaar tot binnen in het land.
,
 der aarde Of, des lands; dat is, einden, uiterste delen, of grenzen.
23Boog en spies zullen zij voeren, het is een wreed volk, en zij zullen niet barmhartig zijn; hun stem zal bruisen als de zee, en op paarden zullen zij rijden; het is toegerust, als een man ten oorlog tegen u, o dochter van Sion!
 spies Of, standaardspies, stang; zie Jos 8:18 .
,
 voeren, Hebreeuws, aangrijpen; dat is, houden en voeren, vergelijk onder Jer 50:42 , enz.; alwaar even hetzelfde geprofeteerd wordt van de Meden en Perzen, die over Babel zouden komen.
,
 het is Te weten dit volk, of een ieder; te weten van dit volk.
,
 toegerust, Of in orde gesteld.
24Wij hebben zijn gerucht gehoord, onze handen zijn slap geworden; benauwdheid heeft ons aangegrepen, weedom als van een barende vrouw.
 zijn gerucht Het gerucht van de aankomst van dit volk. Dit is een levendige beschrijving van het toekomende ongeval.
,
 slap geworden; De moed is ons ontzonken. Zie 2Sa 4:1 .
Copyright information for DutSVVA