Jeremiah 6:29

29De blaasbalg is verbrand, het lood is van het vuur verteerd; te vergeefs heeft de smelter zo vlijtiglijk gesmolten, dewijl de bozen niet afgetrokken zijn.
 De blaasbalg De zin dezer woorden is dat al de arbeid, dien de goede profeten hebben aangewend om dit volk van het schuim der zonden te zuiveren, vergeefs geweest is. De gelijkenis is genomen van het reinigen der metalen.
,
 vlijtiglijk Hebreeuws, gesmolten, smeltende, om te louteren. Anders: tevergeefs heeft de smelter gesmolten.
,
 afgetrokken zijn Dat is, van het schuim hunner boosheid niet hebben kunnen afgescheiden worde. Anders: de boosheden, boze dingen; dat is, al het kwaad; gelijk het Hebreeuwse woord [dat anders doorgaans de kwade betekent] ook genomen wordt Psa 78:49 ; vergelijk onder Jer 15:19 , waar dezelfde gelijkenis gebruikt wordt, doch bij andere gelegenheid. Het zijn twee onderscheidene zaken, de bozen te zuiveren van hunne boosheid en de vromen te onderscheiden van de bozen.
Copyright information for DutSVVA