Job 1:10

10Hebt Gij niet een betuining gemaakt voor hem, en voor zijn huis, en voor al wat hij heeft rondom? Het werk zijner handen hebt Gij gezegend, en zijn vee is in menigte uitgebroken in den lande.
 een betuining Dat is, beschermt en bevrijdt Gij hem niet van alle kwaad door uw overaltegenwoordige voorzienigheid en almogende kracht?
,
 gezegend, Zie van dit woord zegenen Gen 12:2 .
,
 in menigte Zie Gen 30:30 . Het Hebreeuwse woord is ook elders gebruikt van zeer grote vermenigvuldiging, gelijk Gen 28:14 , en Gen 30:43 ; Exo 1:12 .
Copyright information for DutSVVA