‏ Job 30:24

24Maar Hij zal tot den aardhoop de hand niet uitsteken; is er bij henlieden geschrei in zijn verdrukking?
 Hij zal Namelijk, God.
,
 tot een aardhoop Dat is, tot degenen, die in de aarde begraven liggen.
,
 niet uitsteken; Te weten, om die daaronder liggen hier nog naar het lichaam te plagen. Hij wil zeggen dat het lijden dezes tijds eindigt met den lichamelijken dood, en dat hij dienvolgens met dien ontslagen zou zijn van het tegenwoordig verdriet. Vergelijk boven, Job 7:21 , en Job 14:21 .
,
 henlieden Te weten, bij de dode lichamen, die in de graven liggen.
,
 zijn verdrukking Dat is, waarmede God die verdrukt heeft, te weten als Hij door den dood de lichamen derzelven te gronde geworpen heeft. Is dan [wil Job zeggen] in de lichamen, die in het graf verbroken liggen, nog enige geschrei vanwege het lijden, dat zij daar nog zouden hebben? Hij verstaat: Neen; gelijk de ervaring leert.
Copyright information for DutSVVA