Job 6:5-6

5Rochelt ook de woudezel bij het jonge gras? Loeit de os bij zijn voeder?
 Ruchelt De zin is, zo ik geen oorzaak had om te klagen, en uw woorden, o Elifaz, mij een goed voedsel ter vertroosting waren, ik zou mijn klachten niet meer laten horen dan de woudezel zijn geschreeuw, en de os zijn loeien, als zij goed voeder voor zich hebben.
6Wordt ook het onsmakelijke gegeten zonder zout? Is er smaak in het witte des dooiers?
 onsmakelijke Job vergelijk Elifaz' rede bij smakeloze spijs en bij het wit van een ei; verklarende alzo dat hij in zijn woorden geen smaak vond.
,
 zonder zout? Of, dat zonder zout is.
,
  dooiers? Dat is, dat om den dojer is.
Copyright information for DutSVVA