Job 7:8-9

8Het oog desgenen, die mij nu ziet, zal mij niet zien; uw ogen zullen op mij zijn; maar ik zal niet meer zijn.
 mij nu ziet, Te weten, hier op de aarde. Anders, het oog des gezichts; dat is, die een scherp gezicht heeft.
,
 niet zien; Te weten, als ik van hier door den dood zal gescheiden zijn.
,
 uw ogen Te weten, om mij wel te doen, maar evenwel zal ik hier beneden op de aarde niet zijn om uw goederen zo lichamelijk als geestelijk te genieten. Hiertoe waren de heiligen belust, eensdeels om God alhier nog te dienen en zijn naam groot te maken, anderdeels om zich door het gebruik der tijdelijke weldaden van de liefde Gods en de eeuwige goederen te verzekeren. Zie Psa 6:6 , en Psa 88:11-13 , en Psa 122:1-2 , en Psa 128:5 .
,
 niet meer zijn Te weten, in dit leven. Zie boven, Job 3:16 .
9Een wolk vergaat en vaart henen; alzo die in het graf daalt, zal niet weder opkomen.
 graf daalt, Zie de betekenis van het Hebreeuwse woord scheol, Gen 37:35 , en in de aantekening daarop.
,
 weder opkomen Te weten, in deze vergankelijke wereld; want dat Job de opstanding uit de doden vastelijk gelooft heeft, blijk onder, Job 19:25-27 .
Copyright information for DutSVVA