Joel 1:15
15Ach, die dag! want de dag des Heeren is nabij, en zal als een verwoesting komen van den Almachtige. ▼▼ Ach, die dag Deze en volgende woorden tot aan het einde van dit hoofdstuk, nemen sommigen als een voorschrift [het volk van God door den profeet voorgesteld] van een boetvaardige weeklacht tot God over de voorgemelde zware straf, in het einde van het voorgaande vers bijvoegende het woord [zeggende;]. Anderen houden het voor woorden van den profeet zelf, die met deze zijne klacht het volk voorgaat, om hen met zijn voorbeeld op te wekken en te bewegen tot hartelijke betrachting van dit oordeel Gods; beide in een goeden zin.
,
▼
,
▼▼ nabij, Uit deze woorden leiden sommigen af dat de voren beschreven straf nog toekomstig of aanstaande was, verg. Joe 2:1 , enz. Anderen menen dat dit ziet op een ander toekimstig oordeel, dat nog zwaarder zou vallen dan het tegenwoordige, vanwege de ongevoeligheid en onboetvaardigheid van het volk over deze verschrikkelijke plagen der ongedierten en droogte.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA