45De dienaarsdankwamentot de overpriestersenFarizeën; endiezeiden tot hen: Waarom hebt gij Hemnietgebracht?46De dienaarsantwoordden: Nooit heeft een mensalzogesproken, gelijkdezeMens. ▼
▼ alzo gesproken, Dat is, met zulk een aanzien en aangenaamheid. Zie Mat 7:28-29 , en Luk 4:22 .