‏ Joshua 19:47

47Doch de landpale der kinderen van Dan was hun te klein uitgekomen; daarom togen de kinderen van Dan op, en krijgden tegen Lesem, en namen haar in, en sloegen haar met de scherpte des zwaards, en erfden haar, en woonden daarin; en zij noemden Lesem Dan, naar den naam van hun vader Dan.
 Lesem, Anders, Lais, of Laïs, gelijk Jdg 18, waar deze historie breder verhaald wordt. En daar wordt gezegd dat dit geschied is toen er geen koning of rechter in Israël was. Hieruit is af te nemen dat dit boek door Jozua niet geschreven is, want hij kon niet schrijven hetgeen na zijn dood geschied is.
,
 met de scherpte des zwaards, Hebreeuws, met den mond
,
 zij noemden Lesem, Dan, De zin is: nadat zij de stad Lesem ingenomen hadden, noemden zij dezelve Dan, naar den patriarch Dan, van wien zij gesproten waren. Deze stad was gelegen aan den voet van de berg Libanon, in het dal Rehob, waar eigenlijk de Jordaan haar oorsprong neemt. Toen de viervorst Filippus, de broeder van Herodus, ten tijden van den keizer Tiberius deze stad herbouwd en grotelijks verbeterd had, heeft hij dezelve genaamd Coesaroea-Philippi, naar den keizer en naar zijn naam. Plinius getuigt dat zij ook Paneas is genoemd geweest en nog later Pelin. Zij ligt aan het einde van het land Kanaän oostwaarts, van Sidon omtrent 35.000 passen.
Copyright information for DutSVVA