Judges 14:3

3Maar zijn vader zeide tot hem, mitsgaders zijn moeder: Is er geen vrouw onder de dochteren uwer broeders, en onder al mijn volk, dat gij heengaat, om een vrouw te nemen van de Filistijnen, die onbesnedenen? En Simson zeide tot zijn vader: Neem mij die, want zij is bevallig in mijn ogen.
 broeders, Dat is, bloedverwanten, of landslieden. Zie Gen 13:8, en Gen 24:27.
,
 onbesnedenen? Zie Gen 34:14. Met deze heidense inwoners van Kanaän had God uitdrukkelijk verboden enig verbond of huwelijk te maken. Zie Exo 34:12, Exo 34:16, en elders. Waarom zij reden hadden om te letten op Gods geopenbaard bevel en Simson te bestraffen, als niet wetende van de heimelijke regering en het voornemen Gods [zie vs.4], die recht heeft om zijn schepselen wetten te stellen, maar zelf te doen naar zijn welbehagen, en iets tegenovergesteld extra- ordinairlijk te laten geschieden. Vergelijk Gen 22:2; Exo 3:22, enz.
,
 Neem mij die, Zie Gen 19:14.
,
 bevallig in mijn ogen Hebreeuws, recht.
Copyright information for DutSVVA