Judges 18:7

7Toen gingen die vijf mannen heen, en kwamen te Lais; en zij zagen het volk, hetwelk in derzelver midden was, zijnde gelegen in zekerheid, naar de wijze der Sidoniërs, stil en zeker zijnde; en daar was geen erfheer, die iemand om enige zaak schande aandeed in dat land; ook waren zij verre van de Sidoniërs, en hadden niets te doen met enigen mens.
 Laïs; Zie onder, vs.27.
,
 gelegen in zekerheid, Of, bewoond. Versta dat de stad Laïs gelegen was in een heilige plaats, buiten alle perijkel van enigen aanval of overval, naar hunlieder eigen en de algemene opinie. Anderen duiden dit op de inwoners, waarvan in de volgende woorden gesproken wordt.
,
 zeker zijnde; Hebreeuws, vertrouwende; dat is, zeker en zorgeloos zijnde.
,
 geen Anders, niemand die [hun] enige schaamte, of schande aandeed, [ook niemand] die de regering erfelijk bezat. Sommigen duiden dit op het volk, dat zij een erfvrije republiek hadden.
,
 erfheer, Hebreeuws, de regering, of, het opperste gebied, bedwang, erfelijk bezittende. Het schijnt dat zij nu dezen dan genen tot regeerder hebben gebruikt, die de onderdanen niet heeft willen vertoornen, maar in alles laten geworden. Of ook wel zonder regeerder mogen geweest zijn.
,
 om enige zaak Die iemand om enige misdaad, schaamte of schande dorst aandoen; zodat ieder deed wat hij wilde, zijnde overzulks hun zonden rijp ter straf.
,
 verre van de Sidoniërs, Zodat zij hun niet konden te hulp komen, als te ver naar het westen aan de zee gelegen zijnde.
,
 hadden niets te doen Hebreeuws, zij hadden geen woord, zaak, of niets met een mens; dat is, noch verbond, noch handel, noch wandel met iemand, maar leefden voor zichzelven in alle zorgeloosheid en weelde.
Copyright information for DutSVVA