Leviticus 27:28-29

28Evenwel niets, dat verbannen is, dat iemand den Heere zal verbannen hebben, van al hetgeen hij heeft, van een mens, of van een beest, of van den akker zijner bezitting, zal verkocht noch gelost worden; al wat verbannen is, zal den Heere een heiligheid der heiligheden zijn.
 verbannen is, Zie boven, vs.21.
,
 al wat verbannen is, Hebreeuws, alle verbanning
,
 heiligheid der heiligheden zijn Zie boven, Lev 2:3.
29Al wat verbannen is, dat van de mensen zal verbannen zijn, zal niet gelost worden; het zal zekerlijk gedood worden.
 het zal zekerlijk Versta dit van mensen, die vijanden Gods en van zijn volk zijn, en welke inzonderheid de Heere geboden heeft te verderven en uit te roeien; dezen mocht men niet lossen, noch laten leven. Zie Num 21:2-3; Jos 6:17-18; 1Sa 15:3. Men kan dit ook verstaan niet van mensen, maar van beesten, die door de mensen verbannen zouden worden.
Copyright information for DutSVVA