Leviticus 5:10-13

10En de andere zal hij ten brandoffer maken, naar de wijze; zo zal de priester voor hem, vanwege zijn zonde, die hij gezondigd heeft, verzoening doen, en het zal hem vergeven worden.
 naar de wijze; Of, naar het recht; dat is, naar de manier, die daarvan gesteld was, en daarom recht was en wettelijk. Zo wordt het Hebreeuwse woord meermalen genomen; vergelijk Gen 40:13, en zie de aantekeningen daarop.
11Maar indien zijn hand niet bereiken kan aan twee tortelduiven of twee jonge duiven, zo zal hij, die gezondigd heeft, tot zijn offerande brengen het tiende deel van een efa meelbloem ten zondoffer; hij zal geen olie daarover doen, noch wierook daarop leggen; want het is een zondoffer.
 die gezondigd heeft, Anders, voor dat hij gezondigd heeft.
,
 tiende deel van een efa meelbloem ten zondoffer; Genaamd gomer, Exo 16:36, houdende 43 eierschalen. Zulke tien zijn een efa, houdende tienmaal zoveel, dat is, zoveel als in 432 eierschalen zou gaan. Het zijn maten van droge waren.
12En hij zal dat tot den priester brengen, en de priester zal daarvan zijn hand vol, der gedachtenis deszelven, grijpen, en dat aansteken op het altaar, op de vuurofferen des Heeren; het is een zondoffer.
 op de vuurofferen des HEEREN; Anders, naar de manier der vuuroffers. Zie boven, Lev 3:5.
13Zo zal de priester voor hem verzoening doen over zijn zonde, die hij gezondigd heeft in enige van die stukken, en het zal hem vergeven worden; en het zal des priesters zijn, gelijk het spijsoffer.
 stukken, Te weten, der zonden, in het begin van dit hfdst. vermeld.
,
 zal des priesters zijn, Namelijk, wat over is.
Copyright information for DutSVVA