‏ Micah 6:5

5Mijn volk! gedenk toch wat Balak, de koning van Moab, beraadslaagde, en wat hem Bileam, de zoon van Beor, antwoordde; en wat geschied is van Sittim af tot Gilgal toe, opdat gij de gerechtigheden des Heeren kent.
 beraadslaagde, Hoe hij met alle middelen mijn vloek over u zocht te brengen, en hoe Ik dien in zulk een heerlijken zegen veranderde. Zie Num 22:5 , en Num 23:7 , en Num 24:1 , Num 24:14 ; Deu 23:4-5 ; Jos 24:9-10 ; Rev 2:14 .
,
 Sittim Waar gij zo schandelijk hoereerdet met den Baäl-Peor, Num 25 .
,
 Gilgal Waar Ik, volgens mijne beloften, u, niettegenstaande uw veelvoudige ondankbaarheid, droogvoets door de Jordaan geleid en in het beloofde land gebracht hebbende, mijn verbond als opnieuw met u bevestigd heb door de besnijdenis. Zie Jos 3 en Jos 5:2 .
,
 gerechtigheden des HEEREN kent Dat is, de rechtvaardige daden, die de Heere voor u gedaan heeft tegen uwe vijanden, verlenende u die heerlijke overwinningen, van de koningen der Midianieten, idem Sihon en Og. Zie Num 31:7-8 ; Deu 2:33 , en Deu 3:3 . Sommigen verstaan door de gerechtigheden des Heeren zijn grote getrouwheid in het houden zijner beloften, of zijn oneindige barmhartigheid. Verg. Jdg 5:11 ; 1Sa 12:7 ; Dan 9:16 , met de aantekening.
Copyright information for DutSVVA