Micah 7:8
8Verblijd u niet over mij, o mijn vijandin! wanneer ik gevallen ben, zal ik weder opstaan; wanneer ik in duisternis zal gezeten zijn, zal de Heere mij een licht zijn. ▼▼ mij, Omdat ik in kruis en lijden ben.
,
▼▼ vijandin Gij gemeente der goddelozen, mijne vervolgster. De kerk vergelijkt zichzelf bij ene vrouw, en alzo ook hare vijanden.
,
▼
,
▼▼ zal ik weder opstaan; Of, sta ik, enz. Hebr. eigenlijk, ben ik weder opgestaan, dat is, zal ik zekerlijk weder opstaan, te weten, uit mijn kruis.
,
▼
,
▼▼ zal gezeten zijn, Of, zitte, is mij de HEERE een licht.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA