‏ Nehemiah 2:3

3En ik zeide tot de koning: De koning leve in eeuwigheid! Hoe zou mijn aangezicht niet treurig zijn, daar de stad, de plaats der begrafenissen mijner vaderen, woest is, en haar poorten met vuur verteerd zijn?
 De koning leve Manier van gelukwensen in die landen gebruikelijk. Zie Dan 2:4 , en Dan 3:9 , en Dan 5:10 , en Dan 6:22 .
,
 eeuwigheid Dat is, lang.
,
 Hoe zou mijn Hebreeuws, waaRom.
,
  stad, Namelijk, Jeruzalem, die hij aldus beschrijft om zijn droefenis te excuseren, en den koning te meer te bewegen.
,
 plaats Hebreeuws, huis; hetwelk somtijds voor plaats genomen wordt. Zie Exo 25:27 ; 2Sa 15:17 ; Pro 8:2 met de aantekening.
Copyright information for DutSVVA