Nehemiah 3:5

5Voorts aan hun hand verbeterden de Thekoieten; maar hun voortreffelijken brachten hun hals niet tot den dienst huns Heeren.
  Thekoïeten; Zie 2Sa 14:2 .
,
 brachten Dat is, de groten of aanzienlijken en machtigen van Thekoa wilden zich niet buigen noch begeven, om dit werk van hun God mede te helpen bevorderen. Deze onwilligheid en hoogmoed wordt tot hunne schande van den Heiligen Geest bestraft.
,
 dienst Of, tot het werk.
,
  huns Heeren Anders, hunner heren; verstaande daardoor de commissarissen, die gesteld waren om opzicht te nemen en orde op alles te stellen.
Copyright information for DutSVVA