Nehemiah 3:7
7En aan hun hand verbeterden Melatja, de Gibeoniet, en Jadon, de Meronothiet, de mannen van Gibeon en van Mizpa; tot aan den stoel des landvoogds aan deze zijde der rivier. ▼
,
▼▼ stoel Dat is, het huis, waar de landvoogd of stadhouder des konings in Judea zijn hof hield, en waar Nehemia nu misschien zelf intrekken zou. Vergelijk boven,
Neh 2:8 .
,
▼▼ der rivier Eufraat; in de Schriftuur Frath genoemd.