Numbers 21:2-3

2Toen beloofde Israël den Heere een gelofte, en zeide: Indiën Gij dit volk geheel in mijn hand geeft, zo zal ik hun steden verbannen.
 verbannen Dat is, ik zal hen voor mij, of tot ons voordeel niet houden, maar ik zal hen u heiligen, of u ter ere verdelgen. Zie Jos 6:17, Jos 6:19, Jos 6:21, Jos 6:24, en Lev 27:28-29.
3De Heere dan verhoorde de stem van Israël, en gaf de Kanaänieten over; en hij verbande hen en hun steden; en hij noemde den naam dier plaats Horma.
 gaf de Kanaänieten over; Te weten, in zijne hand, gelijk vs.2.
,
 verbande hen en hun steden; Dit is niet volkomenlijk geschied ten tijde van Mozes, maar door Jozua. Zie Jos 12:14, en Jdg 1:16-17.
,
 hij noemde den naam dier plaats Te weten, Israël, dat is, de Israëlieten.
,
 Horma Dat is, verbanning.
Copyright information for DutSVVA