Numbers 21:2-3
2Toen beloofde Israël den Heere een gelofte, en zeide: Indiën Gij dit volk geheel in mijn hand geeft, zo zal ik hun steden verbannen. ▼ 3De Heere dan verhoorde de stem van Israël, en gaf de Kanaänieten over; en hij verbande hen en hun steden; en hij noemde den naam dier plaats Horma. ▼▼ gaf de Kanaänieten over; Te weten, in zijne hand, gelijk vs.2.
,
▼▼ verbande hen en hun steden; Dit is niet volkomenlijk geschied ten tijde van Mozes, maar door Jozua. Zie Jos 12:14, en Jdg 1:16-17.
,
▼▼ hij noemde den naam dier plaats Te weten, Israël, dat is, de Israëlieten.
,
▼▼ Horma Dat is, verbanning.
Copyright information for
DutSVVA