Obadiah 19
19En die van het zuiden zullen Ezau’s gebergte, en die van de laagte zullen de Filistijnen erfelijk bezitten; ja, zij zullen het veld van Efraïm en het veld van Samaria erfelijk bezitten; en Benjamin Gilead. ▼▼ die van het zuiden Hebr. het zuiden zullen, enz. Juda strekte zich in het zuiden van Kanaän tot aan het gebergte van Ezau. De Joden, die in de laagte woonden, grensden aan het land der Filistijnen, gelegen westwaarts langs de Middelandse zee. Anders aldus: en zij zullen erfelijk bezitten het zuiden [namelijk] het gebergte van Ezau, en de laagte [namelijk] de Filistijnen, enz. Verg. Deu 1:7 ; Jos 10:40 ; Jdg 1:9 ; 2Ch 28:18 . Het is ene profetie [naar de stijl en staat van het Oude Testament] van de uitbreiding van het Evangelie van Christus onder de vijandelijke heidenen. Verg. Amo 9:12 ; Zep 2:7 , Zep 2:9 , enz. met de aantekening aldaar.
,
▼
,
▼▼ Gilead Versta, zal Gilead bezitten, gelegen over de Jordaan, toebehorende Ruben, den halven stam van Manasse en Gad.
Copyright information for
DutSVVA