Philippians 1:12

12En ik wil, dat gij weet, broeders, dat hetgeen aan mij is geschied, meer tot bevordering van het Evangelie gekomen is;
 ik wil, dat Dat is, wordt niet verslagen of geërgerd aan mijne gevangenis, maar wilt uit mij dit verstaan.
,
 hetgeen aan mij Dat is, deze mijne gevangenis en verdrukking, die ik lijd om des Evangelies wil.
,
 tot bevordering Dat is, dat het zover van daar is, dat dezelve den loop en verbreiding der Evangelische leer hinderlijk zou zijn, dat zulks ook, door de bestiering Gods, daartoe dienstig en bevorderlijk is.
Copyright information for DutSVVA