Philemon 10

10Ik bid u dan voor mijn zoon, denwelken ik in mijn banden heb geteeld, namelijk Onesimus;
 mijn zoon, Grieks, mijn kind; zie 1Ti 1:2, 1Ti 1:18; 2Ti 1:2, en 2Ti 2:1.
,
 heb geteeld, Of, gewonnen, gegenereerd; dat is, door het Evangelie heeft bekeerd.
Copyright information for DutSVVA