Psalms 1
1Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters; ▼ , ▼ , ▼ , ▼ , ▼ , ▼ , ▼▼ Gestoelte Of, zetel, zitplaats [gelijk Psa 107:32 ] , waar samen zijn om, als verstokte en overgegeven booswichten, met alles wat goddelijk is hunne spotternij te drijven.
2Maar zijn lust is in des Heeren wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht. ▼▼ Wet Of, leer; want door dit woord wordt elders en doorgaans in dit boek verstaan de ganse leer van Gods beschreven woord, of der heilige Schrift.
,
▼▼ overdenkt Hebr. eigenlijk, zal overdenken, of betrachten, of spreken; te weten met hart en mond, en zo in het volgende. Deze verwisseling van tijden is zeer algemeen bij de Hebreeën [gelijk in het voorgaande vs.1. Hebr. eigenlijk, heeft gewandeld, gestaan, gezeten ]. Wij gebruiken ook wel in onze taal gelijke manier van spreken: een vroom man zal zulks niet doen, de goddeloze zal zo en zo doen; een goede boom zal zijne vrucht brengen te zijner tijd; dat is een vroom man doet zulks niet, pleegt zo niet te doen; een goddeloze daarentegen doet zo, pleegt zo te doen, enz.
,
▼▼ dag en nacht Als hij ontwaakt, of daartoe zijn slaap breekt, Verg. Psa 16:7 ; Psa 17:3 ; Psa 63:7 ; Psa 77:7 ; Psa 88:2 ; Psa 119:55 , Psa 119:62 . De zin is steeds, geduriglijk, doorgaans.
3Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken. ▼
,
▼▼ zijn tijd Dat is, ter rechter tijd, in zijn seizoen. Alzo Lev 26:4 . Psa 104:27 ; Psa 145:15 . Jer 5:24 .
,
▼
,
▼▼ hij doet De rechtvaardige, die bij den boom vergeleken is.
,
▼▼ gelukken Of, bestaan, gedijen; of [daarin] zal hij voorspoedig zijn. Verg. Gen 39:2 . 2Ch 31:21 ; 2Ch 32:30 . en zie Rom 8:28 . Sommigen duiden dit op de boom, bij welken de rechtvaardige wordt vergeleken, aldus; Al wat hij voortbrengt [ Hebr. maakt of doet] zal wel gedijen; omdat het Hebreeuwse woord maken van het voortbrengen der vruchten elders gebruikt wordt. Zie Isa 5:4 , Isa 5:10 . Jer 12:2 ; Jer 17:8 . en verg. Mat 3:8 , Mat 3:10 .
4Alzo zijn de goddelozen niet, maar als het kaf, dat de wind henendrijft. ▼▼ Alzo Te weten, als zulk een boom; als de rechtvaardige,
5Daarom zullen de goddelozen niet bestaan in het gericht, noch de zondaars in de vergadering der rechtvaardigen. ▼▼ niet bestaan Maar vallen, ten tijde als God zijne oordelen in de wereld over de goddelozen uitvoert, doch inzonderheid als zij van de Zoon Gods verdoemd en ter helle verwezen zullen worden; de vergadering der rechtvaardigen daarentegen zal voor God bestaan, en ten laatste ingaan in de eeuwige heerlijkheid. Zie Mat 25:41 , Mat 25:46 , enz.
6Want de Heere kent den weg der rechtvaardigen; maar de weg der goddelozen zal vergaan. ▼
Copyright information for
DutSVVA