Psalms 50:10-12
10Want al het gedierte des wouds is Mijn, de beesten op duizend bergen. ▼▼ duizend Hebr. gebergten van duizend; dat sommigen overzetten: op gebergten bij duizenden, verstaande dat van de beesten.
11Ik ken al het gevogelte der bergen, en het wild des velds is bij Mij. ▼▼ bij mij Of, aan mij, met mij; dat is, het is in mijne macht, voor mij gereed. Of het komt mij altemaal toe, Ik kan het hebben als het mij belieft, het is tot mij best; zulks dat gij ver verdoold zijt, zo gij meent dat gij mij met uw uiterlijke offeranden alleen zoudt vleien, of mijn verbond voldoen.
12Zo Mij hongerde, Ik zou het u niet zeggen; want Mijn is de wereld en haar volheid. ▼
Copyright information for
DutSVVA