Psalms 50:21
21Deze dingen doet gij, en Ik zwijg; gij meent, dat Ik te enenmale ben, gelijk gij; Ik zal u straffen, en zal het ordentelijk voor uw ogen stellen. ▼ , ▼▼ ten Hebr. zijnde zij, of zijn zal.
,
▼▼ ordelijk Gelijk op een rij, of in orde, zal Ik u optellen en doen gevoelen al uwe verbondsbrekingen.
Copyright information for
DutSVVA