Psa 54 | DutSVVA | STEP | Een onderwijzing van David , voor den opperzangmeester , op de Neginoth ; [054:2] Als de Zifieten gekomen waren , en tot Saul gezegd hadden : Verbergt zich David niet bij ons? [054:3] O God ! verlos mij door Uw Naam , en doe mij recht door Uw macht .

‏ Psalms 54

1 Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth; [054:2] Als de Zifieten gekomen waren, en tot Saul gezegd hadden: Verbergt zich David niet bij ons? [054:3] O God! verlos mij door Uw Naam, en doe mij recht door Uw macht. ^{▼▼ onderwijzing Zie Psa 32:1 .
,} ^{▼▼ neginòth; Zie Psa 4:1 .
,} ^{▼▼ Verbergt Dat is, het zeker dat hij zich bij ons verborgen houdt. Zie van zulk vragen Jdg 4:6 , enz.} 2 [054:4] O God! hoor mijn gebed; neig de oren tot de redenen mijns monds. ^{▼▼ naam, Verg. Psa 52:11 . Anders, om uws naams wil.
,} ^{▼▼ recht Dat is, voer mijn rechtvaardige zaak uit tegen degenen, die mij ten onrechte vervolgen.} 3 [054:5] Want vreemden staan tegen mij op, en tirannen zoeken mijn ziel; zij stellen God niet voor hun ogen. Sela. 4 [054:6] Ziet, God is mij een Helper; de Heere is onder degenen, die mijn ziel ondersteunen. ^{▼▼ vreemden De stad Zif was wel in Juda, en de woestijn Zif daaraan gelegen, Jos 15:24 , maar David noemt hen vreemden, of uitlanders, omdat zij met hun barbaarse en onnatuurlijk gemoed tegen den onschuldigen David betoonden dat zij geen rechte Israëlieten of Abrahams kinderen waren. Verg. Psa 59:6 , Psa 59:9 .
,} ^{▼▼ zoeken Dat is, staan naar mijn leven. Zie 2Sa 4:8 .
,} ^{▼▼ stellen Hebr. zij stellen God niet tegenover zich; dat is, zij hebben God niet voor ogen. Alzo Psa 86:14 .
,} ^{▼▼ Sela Zie Psa 3:3 .} 5 [054:7] Hij zal dit kwaad mijn verspieders vergelden ; roei hen uit door Uw waarheid. ^{▼▼ onder Dat is, [met nadruk gesproken] Hij is degene, die mijn leven ondersteunt en mij behoudt, zonder welken al de rest [wat ik tot mijne bescherming zou mogen bedenken en gebruiken] tevergeefs zou zijn. Of, met degenen, die mijn leven in deze gevaren, beschermen, te weten met mijne krijgsofficieren en getrouwe soldaten, 1Ch 12:1 . Zie gelijke manier van spreken Jdg 11:35 ; Psa 99:6 , en Psa 118:7 ; idem Pro 3:26 . Sommigen houden de letter Beth, onder, met, in, in zulke manieren van spreken [naar den aard van enige Oosterse talen] voor overtollig, gelijk ook Pro 16:6 ; Hos 13:9 , waarvan de verstandige lezer kan oordelen, uit overweging van de omstandigheden der plaatsen.} 6 [054:8] Ik zal U met vrijwilligheid offeren; ik zal Uw Naam, o Heere! loven, want Hij is goed. ^{▼▼ door uw Of, naar uwe waarheid, of trouw, om uwer waarheid wil. Versta, de beloften in het houden van welken God waarachtig en getrouw is.} 7 [054:9] Want Hij heeft mij gered uit alle benauwdheid; en mijn oog heeft gezien op mijn vijanden. ^{▼▼ vrijwilligheid Dat is, met een vrij, gewillig, liberaal hart. Zie ook van een vrijwillig offer Lev 7:16 .
,} ^{▼▼ want hij Zie Psa 52:11 .}