Psalms 63:10
10[063:11] Men zal hen storten door het geweld des zwaards; zij zullen de vossen ten deel worden. ▼▼ zal hen Hebr. zij zullen hem storten; dat is, men zal een ieder van hen storten, enz.
,
▼▼ storten Dat hun bloed, leven en levenskrachten, als water uitgestrot, wegvloeien en verdwijnen. Verg.
2Sa 14:14 .
,
▼
,
▼▼ vossen Die hun verworpen, dode lichamen zullen opeten. Deze dieren waren bij menigten in die landen. Zie
Jdg 15:4 . Verg. wijders
Rev 19:21 .