‏ Psalms 71:10-11

10Want mijn vijanden spreken van mij, en die op mijn ziel loeren, beraadslagen te zamen,
 ziel Dat is, die op mij loeren om mij het leven te benemen. Psa 56:7 .
,
 loeren Of, wachthouden, passen, of mijne ziel bespieden.
11Zeggende: God heeft hem verlaten; jaagt na, en grijpt hem, want er is geen verlosser.
 jaagt Verg. 2Sa 17:1-2 .
,
 verlosser Niemand, die hem nu kan verlossen uit onze hand.
Copyright information for DutSVVA