Romans 11:34-36
34Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? ▼▼ den zin des Heeren gekend? Of, mening, gedachten, voornemen, raad.
,
▼▼ raadsman geweest? Namelijk die Hem raad zou gegeven hebben, hoe en aan wien Hij de zaligheid tot Zijn meeste eer zou teweegbrengen; niemand namelijk dan Hij zelf, naar Zijn oneindelijke wijsheid.
35Of wie heeft Hem eerst gegeven, en het zal hem wedervergolden worden? ▼▼ eerst gegeven, Of, tevoren gegeven; dat is, eerst iets goeds gehad of gedaan tot Gods eer, waardoor God aan hem zou verplicht zijn.
,
▼ 36Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. ▼▼ uit Hem, Namelijk als de eerste oorzaak, die alles naar Zijn wijzen raad schikt en ordineert.
,
▼▼ door Hem, Namelijk als die alles, wat den mens ter zaligheid nodig is, werkt en hetgeen naar Zijn wijzen raad geordineerd is, krachtig uitvoert.
,
▼
,
▼▼ alle dingen Namelijk die niet alleen de schepping, onderhouding en regering aller schepselen, maar voornamelijk die de zaligmaking der mensen aangaan, waarvan hier inzonderheid gehandeld wordt.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA