Romans 11:5-7

5Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade.
 in dezen tegenwoordigen tijd Namelijk van de prediking des Evangelies.
,
 een overblijfsel geworden, Dat is, God heeft nog enige Joden laten overblijven, die het Evangelie niet verwerpen maar aannemen, en krachtiglijk geroepen zijn; die maar voor een overblijfsel tot overschot mogen gerekent worden, ten aanzien van de grote menigte dergenen, die het verwerpen en ongelovig blijven.
,
 naar de verkiezing der genade Dat is, de genadige verkiezing, namelijk die uit enkel genade van eeuwigheid ter zaligheid zijn verkoren, en in den tijd krachtiglijk geroepen; Rom 8:30 .
6En indien het door genade is, zo is het niet meer uit de werken; anderszins is de genade geen genade meer; en indien het is uit de werken, zo is het geen genade meer; anderszins is het werk geen werk meer.
 door genade is, Namelijk dat dezen tot de zaligheid uitverkoren en krachtiglijk geroepen zijn.
,
 zo is het niet meer Of, zo is het gewisselijk niet.
,
 uit de werken; Dat is, uit de verdiensten of waardigheid hunner werken.
,
 anderszins is de genade Namelijk zo het ware uit de werken alleen, of uit de genade en werken tezamen.
,
 geen genade meer; en Namelijk overmits genade alle schuld, verdienste of waardigheid uitsluit, en daarmede niet kan bestaan; want genade is geen genade enigszins zo zij niet is genade alleszins; Rom 4:4 .
,
 geen genade meer; anderszins Namelijk maar een verdiend loon. Dat is, zo is hunne verkiezing en roeping niet uit genade geschied.
,
 geen werk meer Dat is, geen verdienend werk.
7Wat dan? Hetgeen Israël zoekt, dat heeft het niet verkregen; maar de uitverkorenen hebben het verkregen, en de anderen zijn verhard geworden.
 Wat dan? Namelijk zullen wij zeggen? gelijk Rom 6:1 , en Rom 7:7 , en Rom 8:31 . Dit is ene tegenwerping van iemand, die meent ongerijmd te zijn dat de Joden de gerechtigheid niet zouden verkrijgen, daar zij zozeer naar dezelve trachten.
,
 Hetgeen Namelijk dit zullen wij zeggen.
,
  Israël Dat is, de Israëlieten, dat is, de meeste hoop derzelve, die naar het vlees alleen Israëlieten zijn; Rom 9:31 ; 2Co 11:22 .
,
 zoekt, Dat is, dat hij tracht te verkrijgen door zijne werken, namelijk de gerechtigheid voor God en het eeuwige leven.
,
 de uitverkorenen Grieks, de verkiezing heeft het verkregen; dat is, al de uitverkorenen onder de Israëlieten, ten aanzien en omdat zij uit genade zijn uitverkoren.
,
 de anderen Namelijk die niet verkoren en krachtig geroepen zijn.
,
 verhard geworden Grieks, vereeld. Zie Mar 3:5 .
Copyright information for DutSVVA