Romans 9:4-5

4Welke Israëlieten zijn, welker is de aanneming tot kinderen, en de heerlijkheid, en de verbonden, en de wetgeving, en de dienst van God, en de beloftenissen;
 Welke In deze twee verzen verhaalt hij de voordelen die de Joden boven andere volken in het Oude Testament gehad hadden, om te tonen dat hij niet zonder grote reden zulk een wens deed; en dat hetgeen hij hierna van de Joden en hunne verwerping zou verklaren, niet voortkwam uit enige kwaadwilligheid jegens hen, of kleinachting van hen, maar alleen uit een heiligen ijver tot verdediging van Gods eer, waarheid en trouw in het volbrengen van zijne beloften.
,
  Israëlieten zijn, Dit is de eerste eretitel van de Joden, dat zij afkomstig waren van Jakob, die van God zelf, toen Hij met hem om den zegen geworsteld had, Israël, dat is een overwinnaar van God, is genaamd; Gen 32:28 .
,
 de aanneming tot kinderen, Dat is niet te verstaan van die aanneming tot kinderen, waarvan de apostel spreekt Rom 8:15 , Rom 8:29 ; Eph 1:5 ; want die kan ons niemand ontvreemden, Rom 8:38-39 ; maar van de aanneming van dit volk boven nadere volken tot een volk van God; Exo 4:22 ; Deu 4:7 en Deu 7:6 ; Jer 31:20 .
,
 de heerlijkheid, Waardoor verstaan wordt òf al de heerlijkheid, waarmede God hen verhoogd heeft boven anderen, door vele wonderbare verlossingen; òf de ark des verbonds, die de heerlijkheid van God genaamd wordt, 1Sa 4:21-22 , omdat de cherubijnen der heerlijkheid die bedekten, en deze een schaduw en teken was van Gods heerlijkheid en majesteit; Psa 26:8 ; Heb 9:5 .
,
 de verbonden, Dat is, de tafelen van het verbond, of van de wet; Deu 9:11 ; Heb 9:4 .
,
 de wetgeving, Namelijk die van God zelf uit den hemel is geschied; Deu 4:8 , Deu 4:32 , of, de wetgeving, wetzetting; en kan verstaan worden de wet der politie, gelijk in het vorafgaande de wet der zeden.
,
 de dienst van God, Namelijk der ceremoniën, die God door de priesters, eerst in den tabernakel en daarna in den tempel, wilde gepleegd hebben.
,
 de beloftenissen; Namelijk van den Messias en Zijne weldaden, aan Abraham eerst gedaan, en door Mozes en andere profeten menigmalen vernieuwd; Act 2:39 ; Eph 2:12 .
5Welker zijn de vaders, en uit welke Christus is, zoveel het vlees aangaat, Dewelke is God boven allen te prijzen in der eeuwigheid. Amen.
 Welker zijn de vaders, Dat is, welke afkomstig zijn van de patriarchen en andere voorvaders, die Gods vrienden en profeten waren.
,
 uit welke Christus is, Namelijk Joden, zoals het woordje en aanwijst. Want Christus is gesproten uit den stam van Juda; Heb 7:14 ; Rev 5:5 .
,
 zoveel het vlees aangaat, Of, naar het vlees, dat is, naar Zijn menselijke natuur; Rom 1:3 .
,
 boven allen Namelijk dingen, namelijk naar Zijn goddelijke natuur.
,
 te prijzen in der eeuwigheid Door dezen titel wordt de waarachtige en eeuwige God onderscheiden van alle anderen, wien deze naam zou mogen gegeven worden; Rom 1:25 . Zodat daarmede de Heere Christus verklaard wordt te zijn de waarachtige en eeuwige God met den Vader en den Heiligen Geest.
Copyright information for DutSVVA