Zephaniah 2:14-15

14En in het midden van haar zullen den kudden legeren, al het gedierte der volken; ook de roerdomp, ook de nachtuil zullen op haar granaatappelen vernachten; een stem zal in het venster zingen, verwoesting zal in den dorpel zijn, als Hij haar cederwerk zal ontbloot hebben.
 volken; Dat is, der omliggende natiën, die hun vee daar zullen legeren. Of, gelijk anderen, allerlei lelijke verschrikkelijke beesten, die bij de vergelegen natiën in de grote wildernis gevonden worden. Versta hierbij, in plaats van mensen en allerlei lieflijkheid.
,
 roerdomp, Of, putoor.
,
 haar granaatappelen vernachten; Die boven aan de balken, of op de huizen tot sieraad, plachten geschilderd of gemaakt en gesneden te worden. Verg. Amo 9:1 .
,
 een stem Of, derzelver stem, te weten, ene stem dier afgrijselijke dieren, die hier genoemd staan, en Isa 13:21-22 , en Isa 34:11 , enz.
,
 in den dorpel zijn, Of, aan de posten.
,
 Hij Te weten, de Heere, of de vijand.
,
 haar cederwerk Hebr. hare cederen, of zijne cederen; dat is, het beschutwerk van cederhout. Of, hare huizen van cederhout gemaakt.
,
 zal ontbloot hebben Of, zal afgerukt hebben.
15Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
 Dit is die stad, Dat is, alzo zal het die stad Nineve gaan, die tevoren zo vol vreugde en blijdschap geweest is.
,
 die zeker woont, Die gerust is en niemand vreest.
,
 Ik ben het, Ik ben alleen de onoverwinnelijke, gene stad is bij mij te vergelijken inhoogheid, sterkte, voortreffelijkheid. Verg. Isa 47:8 .
,
 hoe is zij geworden tot woestheid, Zie vs.14.
,
 zal haar aanfluiten, Zie 1Ki 9:8 ; Lam 2:15-16 ; Eze 27:36 ; Mic 6:16 ; Nah 3:19 .
,
 bewegen Tot een teken van bespotting, of verwondering.
Copyright information for DutSVVA