1 Chronicles 15:12-15
12En hij zeide tot hen: Gijlieden zijt hoofden der vaderen onder de Levieten; heiligt u, gij en uw broeders, dat gij de ark des Heeren, des Gods van Israël, opbrengt, ter plaatse, die ik voor haar bereid heb. ▼ , ▼▼ ter plaatse, Zie boven, vs.1.
13Want omdat gijlieden ten eerste dit niet deedt, heeft de Heere, onze God, onder ons een scheur gedaan, omdat wij Hem niet gezocht hebben naar het recht. ▼
,
▼
,
▼
,
▼ 14Zo heiligden zich dan de priesters en Levieten, om de ark des Heeren, des Gods van Israël, op te brengen. 15En de kinderen der Levieten droegen de ark Gods op hun schouderen, met de draagbomen, die op hen waren, gelijk als Mozes geboden had naar het woord des Heeren. ▼
Copyright information for
DutSVVA