‏ 1 Chronicles 15:12-15

12En hij zeide tot hen: Gijlieden zijt hoofden der vaderen onder de Levieten; heiligt u, gij en uw broeders, dat gij de ark des Heeren, des Gods van Israël, opbrengt, ter plaatse, die ik voor haar bereid heb.
 heiligt u, Dat is, bereidt u tot dit heilig werk met uiterlijke ceremoniële reiniging, maar inzonderheid met reinigheid des harten. Zie Exo 19:10 , Exo 19:15 .
,
 ter plaatse, Zie boven, vs.1.
13Want omdat gijlieden ten eerste dit niet deedt, heeft de Heere, onze God, onder ons een scheur gedaan, omdat wij Hem niet gezocht hebben naar het recht.
 eerste Te weten, toen ik de ark in mijn huis wilde laten brengen; 1Ch 13:10 .
,
 niet deedt, Versta hierbij, maar hebt de ark op een wagen gezet, boven, 1Ch 13:7 .
,
 heeft de HEERE, Versta dit, van den dood van Uza, boven, 1Ch 13:10 ; 2Sa 6:6 .
,
 naar het recht Of, naar de wijze; dat is, gelijk het recht en behoorlijk is; Num 4:15 .
14Zo heiligden zich dan de priesters en Levieten, om de ark des Heeren, des Gods van Israël, op te brengen. 15En de kinderen der Levieten droegen de ark Gods op hun schouderen, met de draagbomen, die op hen waren, gelijk als Mozes geboden had naar het woord des Heeren.
 de kinderen der Levieten Te weten, die van het geslacht van Kehath waren. Zie Num 4:4 .
Copyright information for DutSVVA