1 Chronicles 16:2-3

2Als David het brandoffer en de dankofferen geëindigd had te offeren, zo zegende hij het volk in den Naam des Heeren.
 zegende hij Dat is, hij liet het volk wederom naar huis gaan, God den Heere voor hen biddende.
3En hij deelde een iegelijk in Israël, van den man tot de vrouw, een iegelijk een bol broods, en een schoon stuk vlees, en een fles wijn.
 een schoon stuk vlees Te weten, een stuk rundvlees bij het vuur gebraden, gelijk het Hebreeuwse woord van enigen wordt uitgelegd. Zie 2Sa 6:19 .
Copyright information for DutSVVA