1 Chronicles 25:2-3
2Van de kinderen van Asaf waren Zakkur, en Jozef, en Nethanja, en Asarela, kinderen van Asaf; aan de hand van Asaf, die aan des konings handen profeteerde. ▼▼ Asarela, Hij wordt Jesarela genoemd; onder, vs.14.
,
▼▼ aan de hand van Asaf, Dat is, naar het beleid, instructie, ordinantie, enz.
,
▼
,
▼ 3Aangaande Jeduthun: de kinderen van Jeduthun waren Gedalja, en Zeri, en Jesaja, Hasabja en Mattithja, zes; aan de handen van hun vader Jeduthun, op harpen profeterende met den Heere te danken en te loven. ▼▼ Zeri, Hij wordt Jizri genoemd, vs.11.
,
▼▼ zes; Versta hierbij, ook Semeï, uit vs.17. Hij moet er noodzakelijk bij zijn, anders zouden er hier maar vijf genoemd worden.
Copyright information for
DutSVVA